[Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud #14

DeletedUser20019

Guest
2ldgfww.jpg


Weerwolven van Zilverwoud 14#

We zijn alweer aangekomen bij de 14e ronde van WvW. We hopen op een leuke en actieve ronde. Dit kunnen we niet alleen, daar hebben we jullie hulp bij nodig.

Vragen kunnen worden gesteld in het discussietopic, of in PM naar de spelleiders.

De Stemmen moeten voor 20.30 worden ingeleverd.
Lynchstemmen gaan naar Justdutch.
Weerwolvenmoord en speciale rollen gaan naar Sadness war lord.

nr naam

1 lieflap (infectiewolf) --- Heksendrankje dag #4
2 killingspree (Burger) --- Lynch dag #6
3 motogp4 (burger) --- Lynch dag #11
4 senne (Burger & Geliefde) -- Dood van Donatello dag #1
5 kozmo (Cupido) --- Wolvemoord dag #7
6 jaenken --- 2racer2
7 knudde1 (burger) --- Wolvenmoord dag #12
8 snickertie --- Senne (wolvenleider) --- Lynch dag #9
9 2racer2 (Burger) --- Lynch dag #4
10 loveher --- Egtwel
11 senescalcus --- WhiteFlashx (burger) --- Hartaanval dag #11
12 Dream-About-it (wolf) --- Lynch dag #8
13 Ippolito --- Pingu (burger) --- Wolvenmoord dag #9
14 Quechua (Burger) -- Wolvenmoord dag #3
15 dutchboy66 (Wolf) --- Schot van jager dag #6
16 Donatello (Burger & Geliefde) --- Lynch dag #1
17 oortjes --- Anthraxxis (Jager) --- Wolvenmoord dag #6
18 kahvi (Burger) --- Lynch dag #12
19 3nriqu3 (heks) --- Lynch dag #10
20 Pleutenfeltz (Burger) --- Wolvenmoord dag #4
21 newlivez (Burger) --- Wolvenmoord dag #2
22 Slaro (Ziener) --- Wolvenmoord dag #1
23 bappos (Wolf) -- Lynch dag #3
24 half brain (Burger) -- Lynch dag #7
25 pieter93 (Burger) --- Wolvenmoord dag #8
26 big bear --- Newlivez (burger) --- Wolvenmoord dag #11
27 xWhiteflashx (Dorpoudste) -- Lynch dag #2
28 ramoth
29 coolkenneth --- Denis6 --- Quechau (burger) --- Wolvenmoord dag #10
30 bob de spuiter (Burger) --- Lynch dag #5

reservelijst
1 Anthraxxis
2 Egtwel
3 denis6
4 pingu.
5 Newlivez
6 Senne
7 Quechua
8 xWhiteFlashx
9 2Racer2

Rood = Dood
Dood = Klep dicht.

Geen PM ontvangen is burger!

1 Wolf
1 Infectiewolf --- Krachtloos
1 Beschermengel -- Krachtloos
1 Ziener
1 Heks --- 1 levensdrankje, 1 vergif.
1 Cupido --- Krachtloos
1 Jager
1 Dorpsoudste
1 Burgers

Mededeling

In het wolvenverhaal staan hints naar de wolven.
En in het burgerverhaal naar speciale rollen.

Zondag 12 juni, 1e stemmingsronde.
Rollen worden binnen nu en 30 minuten bekent gemaakt.

Liever wachten met posten tot wij het bekent maken.
 
Laatst bewerkt door een moderator:

DeletedUser20019

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Inleidend verhaal

Iedereen had op Thewolfflord gestemd, inclusief hijzelf. 'Hmpf, stelletjes losers.' De burgers keken hem met een vuile blik aan. 'Verrader!', riep er een. 'Nu durf je niet meer heh, nu al je vriendjes dood zijn!', zei een ander. 'Hé kijk, daar vliegt een dode vogel!', riep Thewolfflord terwijl hij naar de lucht wees. Alle burgers keken omhoog, maar zagen vreemd genoeg niets. 'Haha, sukkels', zei hij, terwijl hij in een grote, harige wolf veranderde. Snel nam hij de benen, weg van Wakkerdam. De burgers renden woedend achter hem aan. 'Grijp hem!', riep Justdutch. De inwoners splitsten zich op om Thewolfflord te grazen te nemen. Hij was echter spoorloos verdwenen. Big Bear, de dorpsoudste, had een plan bedacht. Quechua, de heks, moest iets klaarmaken wat heel erg naar vlees rook, daar zou Thewolfflord wel op af komen. Newlivez, de ziener, zou op de uitkijk staan om te kijken of hij er al aankwam. Vervolgens moest Lieflap, de jager, hem neerschieten.

Dit plan mislukte echter volledig. Thewolfflord had zich in een regenton verstopt en kon alles horen. Hij moest zich stil houden, maar kon zijn lachen niet inhouden om het belachelijke plan van de burgers. Zijn geschater klonk hard over het hele dorp. De burgers hoorden het en omsingelden de regenton. 'Oepsie', was alles wat Thewolfflord nog te zeggen had. Hij probeerde nog uit de ton te komen maar dit lukte niet meer. De burgers rolden de ton met wolf en al de hoogste berg van Wakkerdam op, en vervolgens keihard naar beneden. Met een enorme snelheid knalde de inmiddels jankende wolf - het lachen was hem wel vergaan - tegen een boom op. Hiermee kwam er een einde aan de laatste wolf, de burgers hadden gezegevierd!

Naar 11 dagen vrezen voor hun leven was dit eindelijk allemaal afgelopen. Thewolflord was de laatste wolf die ze zochten. Alle 6 de wolven waren nu gedood door de inwoners van Wakkerdam. Eigenlijk precies op tijd ook, omdat het tijd was om Lúghnásádh voor te bereiden. Lúghnásádh was het grote oogst feest ter eren aan Lugh, de zonnegod. Dit was altijd een bijzonderlijke gebeurtenis in Wakkerdam en dit wordt altijd grootst gevierd. Justdutch riep iedereen bij elkaar omdat ze noch veel moesten voorbereiden voor dat het Lúghnásádh kon plaats vinden. Lieflap bracht de herten die hij vanmiddag in het bos had geschoten naar Khaduffii toe zodat hij ze kon klaarmaken. Khaduffii was een geweldige kok, het hele dorp smulde altijd van zijn kunsten. Zijn gesmoorde zwijn was in de hele streek bekent. Terwijl Khaduffii zich aan het uitsloven in de keuken was brachten de andere inwoners van Wakkerdam de tafels en stoelen naar het dorpsplein. De tafels en stoelen werden om als een cirkel om de grote fontein die midden op het dorpspleinstond. Om de fontein werden 11 kaarsen gebrand voor de 11 burgers die zijn overleden de afgelopen dagen. Snickertie stond noch wat glazig in het water te starten, zij had het erg moeilijk met wat er de laatste dagen allemaal gebeurt is. Jauke die de tafels aan het dekken was zag Snickertie zitten en kwam bij haar zitten om morele steun te brengen. Dit deed Snickertie erg goed, iedereen ging weer terug aan het werk. Ze schoten als aardig op met de voorbereidingen. Alleen het grote boek Der Geschriften moest noch uit de tempel worden gehaald. Op elk Lúghnásádh werd er altijd eerst uit het boek Der Geschriften gelezen voor de toost op een goede oogst. Big Bear was samen met Senescalcus al op weg naar de tempel om het boek Der geschriften op te halen. Het boek lag veilig in de tempel verborgen en alleen Big Bear wist waar die lag. Dit geheim was Big Bear 18 jaar geleden toevertrouwt door de vorige Dorpoudste. Senescalcus moest voor de deur wachten tot Big Bear het boek had gepakt. Het boek Der Geschriften lag veilig verstopt, onder het altaar zat een geheim sleutelgat. Big Bear activeerde hiermee een mechanisme wat een geheim vakje onder standbeeld van Lugh. Hij pakte het boek Der Geschriften er uit liet Senescalcus weten dat hij weer naar binnen mocht kommen. Toen Senescalcus binnen kwam zag hij Big Bear gebukt over het boek Der Geschriften. “Wat is er mis?” Vroeg Senescalcus aan Big Bear. “Ik weet het niet, er is iets anders aan het boek Der Geschriften”. Big Bear bladerde door het boek heen en toe zag hij het. “Dat kan niet, Schandalig. Er missen 2 pagina’s uit het boek Der Geschriften.” Riep Big Bear. “Snel, ga naar Justdutch en laat hem iedereen bij elkaar roepen op het dorpsplein”. Senescalsus sprintte er vandoor.

15 minuten later was iedereen op het dorpsplein aanwezig. “Stilte, stilte” Riep Justdutch terwijl met een hamer op tafel sloeg. “Dream-About-It kan je even je aandacht erbij houden, Big Bear heeft een belangrijke mededeling te doen. Kom naar voren alstublieft Big Bear”. Big Bear pakte zijn stok en stond op om naar voren te lopen. Hij bedankte Justdutch en kuchte eens en begon toen met spreken. “Hallo inwoners van Wakkerdam, vandaag is een schandalige iets naar boven gekomen. Er zijn 2 pagina’s uit het boek Der Geschriften gestolen”. Hij tilde het boek Der Geschriften boven zijn hoofd op en liet het aan iedereen zien. Alle inwoners waren geschokt van wat ze nu te horen kregen. Toen gebeurde iets wat niemand zag aankomen. Er viel een brief uit het boek Der Geschriften. “Wat is dit?” En Justdutch pakte de brief op en vouwde hem eenmaal openen. “Aan Frederick” Las Justdutch voor. “Waar ken ik die naam van?” Dacht Justdutch hard op na. “Nou dat zal ik je vertellen, dat zal ik aan iedereen vertellen” zei Big Bear. “Herinner je die oude man noch die 3 weken geleden op kwam dagen. Hij sprak over een zekere Frederick en Pierre, Pierre was een schrijver. Hij had in een Kroeg met een weerwolf gesproken. Hier over had hij geschreven in een brief aan Frederick. Dit is een brief aan die zelfde Frederick. Die zelfde oude man waarschuwde ons dat er in Wakkerdam weerwolven zouden kommen. En die voorspelling is uitgekomen.” Kozmo vroeg “hoe weet je dat het om die zelfde Frederick gaat?” Justdutch beantwoorde zijn vraag met; “Daar is een manier om daar achter te kommen, de brief te openen en hem lezen”. Justdutch opende de brief en begon met voorlezen.


Beste Frederick

Pas geleden heb ik je geschreven over mijn bijzondere ontmoeting met een weerwolf in de kroeg. Hij vertelde mij over zijn pijn, hoe het was om een weerwolf te zijn. Dat hij elke dag trek had in vlees en bloed, maar hij had zijn behoeftes onder controle als enige. De andere weerwolven wolven hadden dat, die waren anders. Zij leefde ’s nachts in de bossen en overdag bevonden ze zich onder de mensen. Wat daarna is gebeurt heb ik jou al verteld.

Maar ik heb je een ding noch niet verteld beste Frederick. Ik wou het je wel vertellen maar mijn briefpapier was op, vandaar dat ik je nu nogmaals eens schrijf.

Weerwolven hebben zoals je misschien wist een zeer goed ontwikkelt ruik orgaan. Ze ruiken vele malen beter dan ons. Wolven kunnen dan ook vlees en bloed op honderden meters afstand ruiken. Maar er is één ding wat ze beter kunnen ruiken dan vlees en bloed. Dat is die verschrikkelijke stank die van al het rottend weerwolvenvlees afkomt. Die zure stank kunnen ze van kilometers ver ruiken. Ze weten dan dat een broeder van hun gestorven is. Dan roepen ze de roede bij een en kommen hun broeder wreken.

Frederick laat mij jou noch een wijze laatste raad geven. Als je een weerwolf heb gedood, vertrek. Ga zo ver weg als je kan. Anders kommen ze terug met meer en ze blijven terug kommen tot ze jou hebben gepakt. Vertel dit aan alle mensen van je dorp Frederick. Zorg dat ze weg gaan. Zorg dat jij niet achter blijft bij de mensen die niet weg willen gaan. Vertrek en, Frederick laat je dorp achter alleen zo kan je jou leven reden.

Oh ik hoop dat deze brief jou noch op tijd bereikt Frederick.

Groet Pierre



Nadat Justdutch dit had voorgelezen was het rumoerig onder de inwoners van Wakkerdam. Moesten ze nou de stad verlaten omdat er weer weerwolven aankwamen? Ze hadden toch net de Thewollord de laatste wolf gepakt. Het dorp was toch gered, de oogst tijd was begonnen. Het zou nu allemaal goed moeten gaan met Wakkerdam. Justdutch riep weer om stilte door met zijn hamer op tafel te slaan. “Ik begrijp dat dit zeer verontrustend nieuws is iedereen. Maar ik denk dat we dit heel serieus moeten nemen. De oude man die 3 weken geleden verscheen werd hij belachelijk gemaakt door onder andere Slaro. We weten allemaal hoe het met Slaro is afgelopen, hij is gepakt door de wolven. Als wij die oude man serieuzer hadden genomen hadden er nu niet 11 kaarsjes staan branden om de fontein. Ik stel voor dat we er om gaan stemmen. Eerst zullen die mensen dien voor vertrek zijn op staan en daarna wie tegen zijn.” De inwoners van Wakkerdam knikte dat ze het begrepen. “Okay wie zijn er voor?” Iedereen keek elkaar aan, ze zagen elkaar twijfelen. Big Bear en Newlivez stonden om hun steun aan Justdutch te laten zien. Dit name alle twijfel bij de inwoners weg en alle andere 26 mensen stonden op. “Dan is het unaniem, we pakken onze spullen en we vertrekken van avond noch”. “Maar waar moeten we heen?” Vroeg Quechua. “Ik heb wel een idee” Zei Lieflap, Lieflap liep naar voren en begon met spreken. “Lang geleden toen ik aan het jagen was sprak ik met een verschoppeling. Hij noemde zich zelf de fluitspeler. Hij kwam uit een dorp hier ver vandaan. Het dorp lag noch achter de Spitsberg, je moet door een gevaarlijk kloof reizen. Dan kwam je uit in een groot woud. In dit woud lag het dorpje Zilverwoud, het dorp was vernoemd naar de Zilvermijnen die verder op lagen. Weerwolven kunnen niet tegen zilver daarom blijven ze daar uit de buurt”. “Dat klinkt perfect” zei Justdutch. “Het zal een lange reis worden dus bereid je god voor. De vergadering is hierbij gesloten, ga naar huis en pak je spullen in.”
 
Laatst bewerkt door een moderator:

DeletedUser20019

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Wolvenverhaal Deel 1

“Grrrmm, nee. Nee, nee. Ik vergis me”. Een reusachtige wolf stapte uit de grot. “Of niet, het wordt steeds sterker…. Maar nee, dat kan niet! Nooit zijn wij verslagen, nooit! Razvan! Kom hier. Vertel me, wat ruik jij met die oude neus van je?” Een wat oudere wolf kwam naar voren. Hij was niet zo groot als de eerste maar hij had doordringende ogen. Zijn vacht was wat grijzig. “Grrrmm, vlees. Ja vlees! Maar van heel ver, heel ver” zei Razvan. “Dit moet van een wolf zijn, dit is geen sappig mensenvlees”. Hij drukte zijn spitse neus naar de hemel. “Als de wind nou van die kant zou komen zou ik zekerder zijn geweest Irglúk!” De reusachtige wolf keek hem teleurgesteld aan. Hij herpakte zich snel. “Grúndklaw, Ulgnáck, Snaga, Shacksog! Melden”! Vier wolven kwamen naar buiten. “Grrrmm, het is nog licht Irglúk, wat bezielt je ons naar buiten te roepen”! gromde Grúndklaw, een wolf met lange grote klauwen die totaal niet bij de rest van zijn postuur pasten. Zijn armen leken wel op de grond te hangen. “En jou neus slaapt nog, of ben je de geur van rottend mensenvlees vergeten?” zei Shacksog. Met priemende ogen keek hij hem aan, zijn lange tong uit de bek hangend. Grúndklaw richtte zich dreigend op. “Misschien moet ik jou even herinneren wat jou plaats is Shacksog!” dreigde hij. “Zwijg! Grúndklaw, beheers je. Shacksog, weet je plaats. Waardeloze wolven, wat heb ik nou aan jullie? Merken jullie niet dat rottend wolvenvlees is? Een kameraad van ons is gestorven, door toedoen van dat minderwaardige ras. Die smerige mensen! Grrrmm”! In de lucht verscheen een bloedrode kleur, de zon was bijna onder. “Razvan, jij hebt de beste neus, ga voorop! Grúndklaw en Snaga daarachter. Dan Ulgnáck en Shacksog. Ik sluit. En als het niet snel genoeg gaat zullen jullie het weten!” Met een noodgang ging de wolvengroep ervandoor. Ze doken het bos in, een spoor van vernieling achter latend. Het leek wel alsof ze er plezier in hadden om elk takje te breken, elke bloem te pletten en elke boom te besmeuren. Irglúk had er goed de pas in, net als zijn onderdanen. Hij wou ver voordat die afschuwelijke zon opkwam de plek bereikt hebben, de plek waar hun gevallen kameraad lag.

Met hun gele ogen bewogen ze zich verder door het donker. Aan een stuk door hadden ze gerent, en de geur werd steeds sterker. “Hoei! Kalm nu!” beviel Irglúk vanuit de achterhoede. Hij liep naar een laaghangende tak toe. Zonder aarzeling brak hij de tak af. Erachter verscheen een bordje met ‘Wakkerdam’ erop. “Grrrmm, mensendorp. Wees voorzichtig. Snaga! Jij gaat vooruit! Bekijk of je mensen kan vinden”. Snaga was de kleinste van de wolven. Hij kon zich haast geruisloos bewegen, hij had een lichte tred en liet haast geen sporen achter. Daardoor stond hij niet in hoog aanzien bij de andere wolven, aangezien dood en verderf bij hen voorop het lijstje stond. Angstig keek hij dan ook naar zijn leider, schichtig dook hij weg richting Wakkerdam. “Wij blijven hier” zei Irglúk. “Razvan, gebruik je neus om Snaga te volgen. Meld het als hij terugkomt. De rest kan even gaan uitrusten”. Daar nam Shacksog dankbaar gebruik van. Bijna meteen kwam hij in een droom, een akelige droom. Hij droomde over een zwarte duisternis, een heerlijke zwarte duisternis. Voor hem zag hij mensen, gedaanten waar hij op afsprong. Witte strepen vlogen op hem af, grommend werd hij wakker. Irglúk keek benauwd naar de hemel. De zon was al lichtjes aan het opkomen. Peinzend dacht hij na over wat voor strategie hij zou gebruiken om het dorp aan te vallen. Razvan stoorde hem in zijn overpeinzingen. “Snaga is op de terugweg”. Niet veel later dook de kleinste wolf op tussen de anderen. “Niets, niet sappig mensenvlees nee. Wel wolf. Dode wolf. Tegen een boom. Akelig, akelig. Alles kappot bij hem. Boten steken eruit”. Irglúk liet hem met moeite uitspreken. “Ja Snaga! We snappen het nu wel! En nu gaan we met zijn allen kijken, we moeten weten waar ze heen zijn gegaan”. Gezamenlijk renden de wolven verder naar het dorp. Snaga bleek zich nog ingehouden te hebben. De dode wolf zag er verschrikkelijk uit. Op zijn kin zat opgedroogd zwart bloed, ribben staken uit zijn borst, zijn linkerbeen was opengereten. Een kapotte regenton lag om hem heen. In zijn lijf staken verscheidene houtsplinters. “Grruaaaahm”! Dit zullen die mensen bezuren! Oh ja, dit zullen ze zeker bezuren” siste Irglúk vervaarlijk. “Ze zijn hierheen gegaan, in de richting van de donkerkloof” zei Razvan. “Wat gaan we bij zonsopgang doen”? vroegen enkele anderen. “Verder rennen” zei Irglúk. “Wat dachten jullie? Op het gras zitten wachten tot dat mensenvolk mijlen ver van ons weg is”?
“Maar we kunnen niet hardlopen n het zonlicht” brachten de andere wolven als weerwoord. “Jullie zullen hardlopen met mij op je hielen,” zei Irglúk. “Ren, anders zullen jullie je geliefde holen nooit meer terugzien”!

Toen begon het gezelschap met de lange stappen van weerwolven te rennen. Ze liepen wanordelijk, duwend, dringend en vloekend; toch was hun snelheid zeer groot. “Sporen” kwam er hijgend uit de bek van Razvan. “Hahaha! Ze zijn gek! Naar het donkere woud? Makkelijker kunnen ze het ons niet maken”! Irglúk keek bedenkelijk. Ze moesten nog maar eens zien of het makkelijk werd. Ze wisten immers niet met hoeveel dat mensentuig was. Ze betraden de kloof. Ze vernamen al lichtjes de geur van dat sappige mensenvlees. Dat mensenvlees wat zoveel beter zou smaken als het ook nog om een wraak kwestie ging. Maar daarvoor zou ze hard moeten blijven rennen. De geur was zwak, de mensen waren nog ver voor hun. De wolven jammerden en af en toe wierp er iemand een nijdige blik over zijn schouder in de richting van Irglúk. Die beantwoorde de blikken met een nog veel bozere blik. Een boosaardige blik. Hij liet niet merken dat hij zelf net zoveel last had van dat vervloekte gele oog aan de hemel. Het vervloekte licht wat het gevoel bracht alsof in elke vezel van zijn behaarde lijf een dolk werd gestoken. “Maar ik heb cenkeritis! Ik kan niet aan één stuk door rennen`! gromde Úlgnack nog. Het woud kwam in zicht. “Eindelijk, de duisternis van het woud. Bescherming tegen dat scharminkel wat door mensen de zon wordt genoemd” pufte Razvan. Ze zetten er nog eens flink de pas in. Tegen de avond bereikten ze het woud. Het begon toen al te schemeren. De zon de horizon ten onder gegaan. “Grrrmm, nu hebben we eindelijk bescherming, dan wordt het nacht” snauwde Grúndklaw. “Wees blij. De burgers zullen niet verder gaan in het donker. Die witkoppen zien dan geen donder. Vanaf nu ga ik voorop. De rest blijft rustig, ik wil geen woord horen. We zijn misschien dichter bij als wij denken”. Als een schaduw verdween Irglúk tussen de bomen.
 

DeletedUser20019

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Wolvenverhaal Deel 2

Als een wolf zich stil wil voortbewegen, wat zelden voorkomt, dan bewegen ze zich ook stil voort. Toch laten ze nog steeds dezelfde spoor van vernieling achter als anders. Na een uur sluipen zag Irglúk een rode gloed voor zich opdoemen. Vaag hoorde hij de klank van mensenstemmen. “Stop! Hier is hun kamp”! siste hij tegen de rest. “Jullie blijven hier wachten, ik ga zelf kijken of ze wachten hebben uitgezet.” Een seconde later was Irglúk verdwenen. Na een half uurtje kwam hij terug. Hij ontblootte zijn grauwe gelige tanden in een boosaardige grijns. “Alleen een aantal speermannen, die zich niet eens geheel aan de rand hebben opgesteld. Ik zag twee jongens aan de rand staan. Ze overlegden met elkaar en riepen bevelen in het Nederlands naar zes speermannen. Waarschijnlijk zijn dat de leiders. Die moeten we eerst uit zien te schakelen”! Gezamenlijk slopen ze richting het mensenkamp. Krak! Irglúg keek met een vernietigende blik naar Grúndklaw die op een takje ging staan. De twee mensenleiders keken verschrikt op en staarden in hun richting. “Nu”! siste Irglúk. Tegelijkertijd rezen de wolven zich op, klaar om het kamp te bestormen. Zoeefff! Tientallen pijlen kwamen vanuit de hemel op hun neerdalen. “Terug”! schreeuwde Razvan. “Door gaan”! riep Irglúk. Gevolg was dat alleen Irglúk en Grúndklaw naar binnenstormde terwijl de rest dekking zocht in veiligheid die het donker bood. Voor hen stonden drie speermannen die zich neer lieten vallen. Samen sprongen ze over hen heen en maaiden de twee mensen die achter hen stonden met één haal neer. Lang hadden ze niet dat heerlijke gevoel gehad van het openraten van sappig mensenvlees. De andere wolven hadden zich inmiddels herpakt en deden een hernieuwde poging om binnen te stormen onder leiding van Razvan. Snaga en Shacksog werden verblind door opstuivend zand kregen pijlen in de borst. Een speerman gooide zijn speer dwars door de schedel van Úlgnack. Zwart bloed sijpelde uit zijn ogen. “Grruaaaahm!” Razvan sprong boven op de speerman die zich na het gooien van zijn speer op Úlgnack niet meer kon verdedigen. Wild zette hij zijn tanden in de hals van het spartelende mens. Lang kon hij er niet van genieten. Een verschrikkelijke pijn drong zijn vlees binnen. Heet staal doorboorde zijn lichaam. Toen hij zich omdraaide zag hij dat één van de mensenleiders zijn zwaard ophief voor de definitieve uithaal. Toen werd alles zwart voor zijn ogen.

Met een niet te stillen razernij sloeg Grúndklaw gade hoe zijn kameraden werden afgeslacht. Hij zag hoe één van de mensenleiders woest inhakte op Razvan. Hij moest die leider te pakken zien te krijgen. Moet een woeste kreet sprong hij naar hem toe. De mens zag hem aankomen en sprong voor hem weg. Maar niet snel genoeg! Grúndklaw lukte het om hem bij de enkel te grijpen. Met al zijn woede gooide hij de mens tegen een boom aan. Van achter zich hoorde hij een pijl aanzoeven. Toen hij zich omdraaide nestelde de punt zich in zijn been. Zo’n pijn had hij nog nooit gevoeld. Voordat hij zich kon storten op de andere leider die hem geraakt had werd hij door zes andere pijlen in de borst geraakt. Hij zag nog hoe de mensenleider naar zijn gevallen kameraad rende. Dat zag Irglúk ook, de enig overgebleven wolf. Hij had zich opgesteld in de schaduw toen ieder mens zijn aandacht vestigde op de andere wolven. Toen de mensenleider voorbij kwam gestoven sprong hij naar voren. “Nu heb ik je”! siste hij. Hij vluchtte het bos in met de mens onder zijn klauwen geklemd. Pijlen vielen voor en naast hem neer. “Dat mensentuig kan me nooit bijhouden” dacht hij. Hij kwam in moerassig gebied terecht. Net toen hij van plan was om zijn pas wat rustiger te maken voelde hij een helse pijn in zijn hals. Koud zilver drong bij hem naar binnen. “Grruaaaahm”! Irglúck viel met een enorme krijs boven op dat vervloekte mens. Met enorme moeite greep hij naar dat helse zilver dat in zijn hals stak. Met een kreet trok hij het eruit en gooide het weg. Hij merkte dat het mens nog leefde en reeg zijn keel open. Zonder verder aandacht aan hem te besteden strompelde Irglúck van hem weg. Hij merkte niet dat hij verder het moeras in dwaalde. Uit het moeras walmden giftige dampen.

Toen een andere groep wolven hem vond zag hij er vermagerd uit. Zijn speeksel was niet meer geel maar groen, en oververtegenwoordigd aanwezig. Zijn ogen stonden wijd open. Met zijn schrille stem vertelde hij wat er gebeurd was. Hij wees met zijn klauw in de richting van Zilverwoud…

Onbepaald aantal hints richting wolven...
 

DeletedUser20019

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Burgerverhaal Deel 1

De volgende ochtend vertrokken de mensen uit Wakkerdam. Het dorp waar ze zoveel herinneringen aan hadden. Goede herinneringen, maar de laatste tijd vooral slechte. Sommigen waren bewapend met speren. De burgemeester Justdutch reed vooraan op zijn trouwe paard Biorach. Ver voor hun uit verrees de Spitsberg; steeds donkerder en hoger naarmate ze verder reden. Voor hen ging de zon langzaam onder. Achter hen viel de avond. De karavaan liep ongeduldig verder, door noodzaak gedreven. Ze bereikten de donkerkloof. Het was een smalle kloof, met gekartelde rotsen aan weerszijden. De burgers twijfelden. “Dit is een kwade plek” zei Alles is voor bassie. “Is er geen andere weg”? Justdutch wou er niets van weten. “Burgers! We moeten door! Ik vind dit ook geen fijne plaats en die kloof staat mij niet aan, maar we mogen onze kostbare tijd niet verliezen. Als het waar is wat Pierre schreef dan zitten de wolven nu achter ons aan!” Met gemengde gevoelens ging de karavaan verder. Ze konden met niet meer dan 3 man naast elkaar lopen, zo smal was de kloof. De nacht omsloot hen. In een gedeelte waar de kloof wat breder werd sloegen ze hun kamp op, onder de sterrenhemel en de wassende maan. Ze waren ongeveer 8 uur onderweg geweest maar met één korte pauze van een half uurtje. Ze ontstaken geen vuren, want zij wisten niet wat er ging gebeuren. In plaats daarvan zetten zij een kring van met pijl en boog bemande burgers uit. Fixato en –Tim- gingen als verkenners vooruit in het land en verdwenen als schaduwen in de plooien van het land. De nacht ging langzaam onder zonder nieuws of alarm. Justdutch bleef de gehele nacht op om de wisseling van de wacht goed te laten verlopen en te wachten op de terugkeer van Fixato en –Tim-. De ochtendzon verscheen, maar veel lichter werd het niet. Het leek wel alsof het altijd donker was in deze kloof. Justdutch besloot niet aan de burgers te vertellen dat Fixato en –Tim- niet waren teruggekomen van hun nachtelijke expeditie, maar binnen in hem ging een koud licht branden wat hij nooit meer kwijt zou raken.

De karavaan ontbeet snel en trok vermoeid verder onder aanmoediging van hun burgemeester. Zelf riep Justdutch een vertrouweling van hem naar voren. ”Jij hebt de scherpe ogen van weleer mijn vriend. Zeg eens, kun jij iets in de richting van het woud zien”? “Daar liggen vele mijlen tussen” zei de vertrouweling. “Ik kan een duisternis zien. Er bewegen gedaanten in, grote gedaanten die mij angstig maken. Maar ik zie ook een licht! We zullen hulp krijgen uit onverwachte hoek”. Justdutch bleef zwijgend op zijn paard rijden. Naarmate de tweede dag vorderde werden de wolken donkerder en drukkender. Aan het eind van de kloof kregen ze eindelijk het woud in zicht. Niet dat ze daar zeer vrolijk van werden. Een drukkende duisternis kwam uit die richting. Biorach, het paard van Justdutch steigerde en wierp zijn bereider van zich af. Met een noodgang sprintte hij terug richting Wakkerdam. Niemand zou hem ooit nog zien. “Burgemeester! Gaat het wel goed met u?” riep Woodster. “Met mij is niets aan de hand, maak je geen zorgen” zei Justdutch. “Biorach was een schepsel dat mijn gelijke is, en dat net zo sterk en onafhankelijk is als ikzelf. Laten we onze weg vervolgen”.

De speren van de burgers droegen vlammende punten toen de laatste lichtstralen de steile wanden van de kloof in gloed zetten. Ze waren nu heel dicht bij de donkere ingang van het woud. Het woud droeg geen naam. Althans, geen naam die een sterveling op aarde zich nog kon herinneren. De echte naam was verloren gegaan omdat niemand nog weigerde die naam uit te spreken. Er waren daar teveel kwade dingen verricht. Nu werd er gewoon gesproken over ‘het woud’. Justdutch merkte dat de karavaan zich steeds langzamer begon te bewegen. “Doorlopen! De nacht laat niet eeuwig op zich wachten en ik wil niet nog een dag in de kloof overnachten!” Dat wouden de burgers ook niet. Ze wisten nog niet dat de dreiging die erin de kloof heerste werkelijkheid zou worden in het woud. De Alleen de oudste man uit de groep wist nog de naam maar wou dat aan niemand vertellen. “Steen om steen en as tot as. Adios!” was het enige wat hij zei als je ernaar vroeg. karavaan trok het woud binnen. Er was een kronkelig maar gelukkig niet een smal pad wat zou moeten leidden tot het dorpje Zilverwoud, hun eindbestemming. “Burgemeester? Ik hoorde geritsel vanuit de bomen! Ik zag de takken bewegen! De wolven, de wolven!” riep Alles is voor bassie. Het werd rumoerig in de groep, bij sommigen ontstond lichte paniek. Justdutch wist de groep met moeite in bedwang te houden. “Zwijg stelletje onbenullen! De wolven kunnen hier onmogelijk nog zijn. Is er enige mogelijkheid dat ze langs ons heen zijn gekomen in de kloof? Nee! Verbeeld je geen dingen die er niet zijn Hidan”. Ineens verhief zich een zware galmende stem boven Justdutch uit. “Halt! Gooi jullie speren neer of sterf!” Een geruis kwam aanstormen via de lucht. Pijlen vielen in de grond op nog geen meter afstand van Justdutch. Uit de schaduw stapten een tiental mannen. “Wie ben je en wat doe je in dit woud?” schreeuwde diezelfde man. Hij had een grote boog in zijn handen en had een klein ringbaardje. Zijn ogen stonden dreigend. “Ik ben Justdutch, burgemeester van Wakkerdam en dit zijn mijn volgelingen. We zijn gevlucht uit ons dorp in angst voor de weerwolven. Onze bedoeling is om ons te vestigen in Zilverwoud, wat aan het eind van dit woud gelegen is aan de voet van de Spitsberg. En zou je zo vriendelijk willen zijn om aan je mannen te vragen om mij niet meer onder schot te houden? Dat spreekt iets makkelijker”! Verbaasd keek de man naar het gezelschap. “Zilverwoud huh? En jullie hebben speren? Dat komt goed uit, wij zijn ook op weg naar Zilverwoud.” Nu was het aan de beurt van Justdutch om verbaast te kijken. “En wie mogen jullie wel niet zijn dan?” Er kwam een flikkering in de ogen van de man, die even snel verdween als die opkwam. “Hmm. Mijn naam is Sadness War Lord, ik ben burgemeester van een dorp wat geen dorp meer is. Weerwolven. Ben ik hiermee duidelijk genoeg?” Justdutch keek naar zijn burgers die instemmend knikten. “Vooruit, we moeten opschieten om een geschikte plek te vinden om te overnachten” zei hij. “Maar die hebben we al, nog geen mijl hiervandaan. Volg mij!” sprak Sadness. Nog enigszins vertwijfeld volgen ze Sadness en zijn mannen. Eenmaal aangekomen in het kamp verdween de twijfel. Het was een open plek in het bos. “Om de 3 bomen om onze plek heen is een schutter van ons in een boom geklommen. Dat die verdraaide zilverhaters maar eens proberen om er langs te komen” zei Sadness verbitterd. “Neem plaats en rust uit. Morgen hebben we nog 1 lange rit voor de boeg”.
 

DeletedUser20019

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Burgerverhaal Deel 2

Terwijl de rest sliep bleven Justdutch en Sadness op. Dit was al de tweede nacht dat Justdutch niet zou slapen en aan Sadness was ook te zien dat hij wel wat rust kon gebruiken. Desondanks waren zij verantwoordelijk voor hun volgelingen, zei konden niet verslappen. Zij mochten niet verslappen! Een tijdlang stonden ze daar, ademloos, zwijgend en gespannen. Er gebeurde niets. Er was geen geluid of beweging in de nacht. Sadness verroerde zich en had het gevoel dat hij de stilte moest verbreken. “Ssst!” fluisterde Justdutch. “Wat is dat?” Aan de rand van het kamp voelden zij, nog voor zij het zagen, een schaduw oprijzen: één schaduw of meer dan één. Sadness meende een zacht gehijg te horen, toen kwamen de gestalten langzaam naar voren. “Boogschutters!” riep Sadness. “Speermannen!” riep Justdutch. Tientallen pijlen kwamen aanzoeven richting de gedaantes. Ze sprongen echter behendig weg terug de schaduwen in. Op twee na. Die sprongen verder het kamp binnen. Tegen het licht van het kampvuur was nu vaag hun gedaante te onderscheiden. Groot, zeker anderhalf keer zo groot als een mens, met lange klauwen, een ruwe bruine vacht en slagtanden waar het kwijl vanaf droop. Met een ijzingwekkende kreet sprongen ze naar voren. Drie speermannen werden door angst bevangen en wierpen zich plat op de grond. De wolven sprongen over ze heen en met één haal maaiden ze Hidan en Woodster neer. Ondertussen probeerden de wolven buiten het kamp binnen te stormen. Een vrouw met een wrat op haar neus gooide een flesje met botanische vloeistoffen naar ze toe. Een groene rook steeg op die de wolven verblinden. Twee van hen vielen neer met pijlen in hun borst. Twee anderen vergezelden hun verafschuwde vrienden in het kamp. Een van hen werd geraakt in zijn hoofd door een speer. Met een afschuwelijke kreet van woede sprong de andere wolf bovenop de speerdrager. Justdutch pakte zijn zwaard en hakte van achteren op de wolf in. Te laat, de speerdrager was al heen gegaan. Een andere wolf richtte zich nu richting Justdutch die bij de enkel werd gegrepen en met een onvoorstelbare kracht tegen een boom werd aangegooid. Sadness hoorde zijn botten breken en schoot een pijl af op de wolf die doel trof in zijn been. Zes pijlen vanuit de boomtoppen bereikten zijn borst. “Schurftige scharminkels”! schreeuwde Sadness uit. Hij rende naar Justdutch. Maar hij had buiten de overgebleven wolf gerekend. Die graaide hem om zijn middel en ging er met Sadness vandoor het bos in. Pijlen vlogen over hun hoofden maar alle misten doel. De grond werd zachter, ze kwamen in moerassig gebied terecht. Sadness graaide naar zijn enkel. Als hij nog maar iets verder kon, iets verder kon reiken! “Ja!” Sadness kreeg zijn zilveren dolk te pakken die hij daar verborgen had gehouden. Met één haal stak hij het in de hals van zijn belager. De krijs die volgde ging door merg en been. De wolf viel met een enorme klap, maar nam Sadness met zich mee. Met enorme bonk belande de wolf op Sadness. Hij trok het mes uit zijn hals en gooide het weg. Zijn rechterhand verschroeide bij de aanraking van zilver. Bij zijn hals was een grote zwarte vlek ontstaan. Kolkend zwart bloed gutste eruit. Zijn gele ogen keken Sadness vernietigend aan, met zijn linkerklauw reeg hij de keel van Sadness open. Verzwakt struikelde hij verder, verder het moeras in…

Een boogschutter sprong uit een boom. Hij had zelf twee wolven in de borst geraakt en had daarmee gezorgd dat er niet meer doden waren gevallen. Maar hij was bang. Zijn leider was genadeloos meegesleurd door een wolf en de burgemeester van Wakkerdam lag tegen een boom aan. Bloed kwam langzaam uit zijn mond sijpelen. Zijn ogen stonden nog niet half open. “Roep de rest, neem ze mee naar Zilverwoud. Haast je! Ze komen terug. Zeg tegen…” De ogen van Justdutch stonden wijd open. Zijn hoofd viel opzij. De laatste burgemeester van Wakkerdam was gevallen. Bij de boogschutter sprongen de tranen in zijn ogen. “Burgers, volgelingen en iedereen die geen slagtanden heeft! Justdutch en Sadness zijn gevallen. Andere burgers zijn gevallen. Er is geen tijd om ze te begraven. Volg mij nu, ik zal jullie leiden tot in Zilverwoud. Dan is het tijd om te rouwen. Dan is het tijd voor een nieuw begin…”

Onbepaald aantal hints richting speciale rollen...
 

DeletedUser20019

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Reserve #4

We mailen nu de rollen rond er mag nu gepost worden.
 

DeletedUser

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Succes allemaal. Krijgen burgers ook een PM?
 

DeletedUser16501

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Good luck naar iedereen. Vanaaf ga ik ff de boel door lezen, eerst boodschappen doen en een keer normaal koken :eek:
 

DeletedUser

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

ik hoop weer niet cupido.
 

DeletedUser23144

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Veel plezier.
En op een potje zonder inactieviteit
 

DeletedUser15806

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

:D ik doe weer is mee :D

Succes iedereen en op een leuke ronden ;)
 

DeletedUser

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Veel succes iedereen
 

DeletedUser

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

veel lees en speelplezier toegewenst aan alle
 

DeletedUser

Guest
Re: [Speeltopic] Weerwolven van Zilverwoud

Mededeling

De rollen zijn verdeeld.
Geen PM gehad? Burger!

Veel plezier met de verhalen.
 
Bovenaan