DeletedUser48278
Guest
De afgelopen tijd heb ik veel nagedacht over de theorieën en concepten van de Franse filosoof Jean Beaudrilard. Beaudrilard was een postmoderne filosoof die vooral bekend geworden is met zijn maatschappij kritische theorieën die zich focussen op de realiteit en het naar zijn idee verlies hiervan. Hij spreekt over dingen als hyperrealiteit, simulacra (enkelvoud: Simulacrum) en simulaties. Zijn belangrijkste theorie omschrijft het vervagen en zelfs verdwijnen van de realiteit door kapitalistisch aangedreven object-symboliek en de vervorming van gebeurtenissen door de massa-media.
Ik pretendeer niet Beaudrilards werk goed te kennen, want dat doe ik niet. Ik begrijp zijn concepten maar veel nuances ontgaan mij nog.
Een simulacrum is een gebeurtenis of object die bijna alle banden met zijn oorsprong verloren heeft en enkel nog een symbolische waarde heeft. Er is als het ware een nieuwe entiteit geschapen die zijn oorsprong reflecteert maar zijn originele functie heeft verloren en een nieuwe puur symbolische functie heeft aangenomen. Er zijn tal van kapitalistische voorbeelden, zoals bijvoorbeeld de huidige zuurdesembrood hype. Zuurdesem is god weet waarom ineens immens populair maar bijna niemand heeft in de gaten dat bijna geen enkele bakker echt zuurdesembrood bakt. Het is een slap aftreksel (niet dat de real deal nou zo fantastisch is) van echt zuurdesembrood en wordt op een verkeerde manier bereid maar is goedkoper te produceren dan normaal brood maar, en dit is leuk, wordt wel voor meer geld verkocht dan normaal brood. Dus, men eet zuurdesembrood, wat geen echt zuurdesembrood is voor meer geld dan men normaal uitgeeft voor brood. Dit is een typisch voorbeeld van een simulacrum: men eet geen brood, maar een idee. Een symbool. Een afspiegeling. Men eet een hype.
Merknamen zijn vaak ook simulacra uiteraard. McDonald's, Starbucks, Coca Cola: Je consumeert niet alleen etenswaren maar ook een concept. Dit zijn natuurlijk wel subtielere voorbeelden.
Voor entertainment geldt hetzelfde verhaal. Muziekfestivals zijn de laatste, pak m beet tien jaar enorm populair geworden. Waar de meesten vroeger echter festivals bezochten voor de muziek, gaan steeds meer mensen festivals bezoeken voor de festivals. Festival wordt een symbool voor de 'populaire artiesten-feest-camping-zuipen-neuken-armbandjes' cultuur. Het is lastig dit concept in woorden uit te drukken, vooral omdat allereerst zeer abstract is, maar ook omdat in dit geval de scheidslijn tussen puur (een evenement voor muziekliefhebbers) en nep (festival-toerisme) te zwart-wit is. Want, en dit is een belangrijk nuance, het woord muziekfestival is een breed begrip. Brood is duidelijker en dat concept is dus makkelijker te begrijpen.
Wat opvalt is dat populariteit kennelijk iets doet met een object. Maar een voorwaarde is vooral de economische voorwaarde. Zuurstof is ook enorm populair, echter valt ademen (behalve onder water en in de ruimte) nog niet echt te exploiteren in ons normale bestaan. Derhalve staat zuurstof veel meer voor wat het is: zuurstof aka lucht (ik krijg geen!) aka basis behoefte. Natuurlijk is er altijd deels symboliek te vinden. Communicatie is nu eenmaal symboliek, maar symboliek dient zo treffend mogelijk de realiteit uit te beelden. Het verschil tussen simulacra en symbool is dat een simulacrum niets is, of vrijwel niets. Zuurdesem is een soort brood, dat is iets tastbaars. Echter is het eten van zuurdesembrood wat geen echt zuurdesembrood is terwijl je bewust meer hebt betaald voor dat brood niet iets tastbaars. In absolute zin natuurlijk wel, als je een puur semantische benadering wilt, maar als je het gaat analyseren op maatschappelijk en praktisch niveau kun je het prima 'niks' noemen. Niet dat het niets is, maar het is een symbool dat als het ware niet meer staat voor zijn eigen definitie.
Hyperrealisme is een andere term die het best valt te omschrijven als 'iets is echter dan het origineel'. Een leuk voorbeeld hiervan is Charlie Chaplin die zijn eigen look-a-like wedstrijd niet won. Er was dus een man die beter was in het zijn van Charlie Chaplin dan Charlie Chaplin zelf. Een ander voorbeeld is porno. Er wordt ontzettend veel pornografie genuttigd. Porno is naar mijns inziens sowieso schadelijk voor geest en lichaam (hier is wel wetenschappelijke grondslag voor; let maar op we krijgen een golf aan mensen met klachten als erectie-disfunctie of seksueel-psychologische problemen), maar ik denk dat velen die (dan wel niet voor het eerst) seks hebben dit een teleurstellende ervaring vinden, omdat het vergeleken wordt met porno (uiteraard kunnen ook andere zaken voor teleurstellingen zorgen). Porno is echter niets echter dan seks. Seks is echt, porno is in principe bijna seksualisatie van seks. Het nieuws of televisie in het algemeen is ook een goed voorbeeld. Vooral het nieuws. We zien ontzettend veel dingen, van bomaanslagen tot schietpartijen en politici tot sport als nieuws-items verschijnen. Wie heeft ooit een aanslag zelf meegemaakt? Bijna niemand. Een miniem percentage. Toch hebben we inmiddels bijna allemaal een beeld hierbij. Wat als je morgen nu een aanslag meemaakt? Zou je dit dan überhaupt herkennen? Misschien lijkt het niet op het beeld dat je van aanslagen hebt. Misschien is het lang zo echt niet. Wederom is dit concept moeilijk uit te leggen. Wat ik wil zeggen is dat we al ontzettend veel dingen hebben meegemaakt. Ofwel via de televisie ofwel via kranten of internet. Echter hebben we al deze zaken niet echt meegemaakt. Ik durf ik te stellen dat velen teleurgesteld zullen zijn vele, vele uiteenlopende zaken omdat je alles vergelijkt met zaken waarvan je denkt dat die 'zo horen te zijn', terwijl ze wellicht een slechte afspiegeling van de werkelijkheid zijn. Wat je ziet op de televisie is niet echt. Het is een afspiegeling van iets. Als je lang genoeg het nieuws volgt ga je de afspiegelingen als echt aannemen, terwijl deze nooit echt kunnen zijn.
De implicaties van deze beide concepten zijn tamelijk groot. Ik noem een beperkt aantal voorbeelden, maar er zijn er echt oneindig veel. Echter is dit niet iets meetbaars en al helemaal niet iets zwart-wits. Wat werkelijk is en wat niet is sowieso lastig te definiëren, puur omdat de werkelijkheid dat zelf ook is. Wat wel zeker is is dat met de intrede van de massa-media en de vooruitgang in welvaart we reeds zijn aanbeland in het vervagen van de grenzen tussen realiteit en simulatie. Dit is niet iets wat ineens zijn intrede gedaan heeft maar het is zeker wel iets dat accelereert en niet meer is om te keren tenzij we aanbelanden in een post-apocalyptische wereld en het hele zootje flink gereset wordt. Qua materiele welvaart zit het in West-Europa wel goed. Alles wat we hebben bovenop een vaste plaats om te wonen en genoeg eten is in zekere zin bonus en derhalve kapitalistische symboliek of statussymbolen. Dit varieert wel van semi-nodig tot totaal overbodig. Met andere woorden, nu we zeker zijn van onze basis behoeften belanden we in zaken die minder te doen hebben met de realiteit en meer met door mensen bedachte concepten. Het is niet zo dat deze concepten per definitie onecht zijn, maar het is wel zo dat alles als primaire eigenschap symboliek heeft.
Een conclusie is er niet echt. Wat ik vooral opmerk op persoonlijk vlak is dat de samenleving er denk ik niet beter op wordt. We raken steeds meer vervreemd van onszelf en anderen omdat we onze omgeving continu blijven veranderen terwijl we zelf niet snel genoeg aanpassen. Er is de constante drang naar hypes en genot. Dit is niet goed omdat genot een bijkomstigheid is en niet een doel. Wellicht dat dit allemaal doemdenkerij en zwartgallig geneuzel is, echter is het toch echt zo dat onze staat van leven mentaal ongezond is. Ik denk dat we er over vijftig jaar achter komen dat we flink de verkeerde weg in zijn geslagen.
Ik pretendeer niet Beaudrilards werk goed te kennen, want dat doe ik niet. Ik begrijp zijn concepten maar veel nuances ontgaan mij nog.
Een simulacrum is een gebeurtenis of object die bijna alle banden met zijn oorsprong verloren heeft en enkel nog een symbolische waarde heeft. Er is als het ware een nieuwe entiteit geschapen die zijn oorsprong reflecteert maar zijn originele functie heeft verloren en een nieuwe puur symbolische functie heeft aangenomen. Er zijn tal van kapitalistische voorbeelden, zoals bijvoorbeeld de huidige zuurdesembrood hype. Zuurdesem is god weet waarom ineens immens populair maar bijna niemand heeft in de gaten dat bijna geen enkele bakker echt zuurdesembrood bakt. Het is een slap aftreksel (niet dat de real deal nou zo fantastisch is) van echt zuurdesembrood en wordt op een verkeerde manier bereid maar is goedkoper te produceren dan normaal brood maar, en dit is leuk, wordt wel voor meer geld verkocht dan normaal brood. Dus, men eet zuurdesembrood, wat geen echt zuurdesembrood is voor meer geld dan men normaal uitgeeft voor brood. Dit is een typisch voorbeeld van een simulacrum: men eet geen brood, maar een idee. Een symbool. Een afspiegeling. Men eet een hype.
Merknamen zijn vaak ook simulacra uiteraard. McDonald's, Starbucks, Coca Cola: Je consumeert niet alleen etenswaren maar ook een concept. Dit zijn natuurlijk wel subtielere voorbeelden.
Voor entertainment geldt hetzelfde verhaal. Muziekfestivals zijn de laatste, pak m beet tien jaar enorm populair geworden. Waar de meesten vroeger echter festivals bezochten voor de muziek, gaan steeds meer mensen festivals bezoeken voor de festivals. Festival wordt een symbool voor de 'populaire artiesten-feest-camping-zuipen-neuken-armbandjes' cultuur. Het is lastig dit concept in woorden uit te drukken, vooral omdat allereerst zeer abstract is, maar ook omdat in dit geval de scheidslijn tussen puur (een evenement voor muziekliefhebbers) en nep (festival-toerisme) te zwart-wit is. Want, en dit is een belangrijk nuance, het woord muziekfestival is een breed begrip. Brood is duidelijker en dat concept is dus makkelijker te begrijpen.
Wat opvalt is dat populariteit kennelijk iets doet met een object. Maar een voorwaarde is vooral de economische voorwaarde. Zuurstof is ook enorm populair, echter valt ademen (behalve onder water en in de ruimte) nog niet echt te exploiteren in ons normale bestaan. Derhalve staat zuurstof veel meer voor wat het is: zuurstof aka lucht (ik krijg geen!) aka basis behoefte. Natuurlijk is er altijd deels symboliek te vinden. Communicatie is nu eenmaal symboliek, maar symboliek dient zo treffend mogelijk de realiteit uit te beelden. Het verschil tussen simulacra en symbool is dat een simulacrum niets is, of vrijwel niets. Zuurdesem is een soort brood, dat is iets tastbaars. Echter is het eten van zuurdesembrood wat geen echt zuurdesembrood is terwijl je bewust meer hebt betaald voor dat brood niet iets tastbaars. In absolute zin natuurlijk wel, als je een puur semantische benadering wilt, maar als je het gaat analyseren op maatschappelijk en praktisch niveau kun je het prima 'niks' noemen. Niet dat het niets is, maar het is een symbool dat als het ware niet meer staat voor zijn eigen definitie.
Hyperrealisme is een andere term die het best valt te omschrijven als 'iets is echter dan het origineel'. Een leuk voorbeeld hiervan is Charlie Chaplin die zijn eigen look-a-like wedstrijd niet won. Er was dus een man die beter was in het zijn van Charlie Chaplin dan Charlie Chaplin zelf. Een ander voorbeeld is porno. Er wordt ontzettend veel pornografie genuttigd. Porno is naar mijns inziens sowieso schadelijk voor geest en lichaam (hier is wel wetenschappelijke grondslag voor; let maar op we krijgen een golf aan mensen met klachten als erectie-disfunctie of seksueel-psychologische problemen), maar ik denk dat velen die (dan wel niet voor het eerst) seks hebben dit een teleurstellende ervaring vinden, omdat het vergeleken wordt met porno (uiteraard kunnen ook andere zaken voor teleurstellingen zorgen). Porno is echter niets echter dan seks. Seks is echt, porno is in principe bijna seksualisatie van seks. Het nieuws of televisie in het algemeen is ook een goed voorbeeld. Vooral het nieuws. We zien ontzettend veel dingen, van bomaanslagen tot schietpartijen en politici tot sport als nieuws-items verschijnen. Wie heeft ooit een aanslag zelf meegemaakt? Bijna niemand. Een miniem percentage. Toch hebben we inmiddels bijna allemaal een beeld hierbij. Wat als je morgen nu een aanslag meemaakt? Zou je dit dan überhaupt herkennen? Misschien lijkt het niet op het beeld dat je van aanslagen hebt. Misschien is het lang zo echt niet. Wederom is dit concept moeilijk uit te leggen. Wat ik wil zeggen is dat we al ontzettend veel dingen hebben meegemaakt. Ofwel via de televisie ofwel via kranten of internet. Echter hebben we al deze zaken niet echt meegemaakt. Ik durf ik te stellen dat velen teleurgesteld zullen zijn vele, vele uiteenlopende zaken omdat je alles vergelijkt met zaken waarvan je denkt dat die 'zo horen te zijn', terwijl ze wellicht een slechte afspiegeling van de werkelijkheid zijn. Wat je ziet op de televisie is niet echt. Het is een afspiegeling van iets. Als je lang genoeg het nieuws volgt ga je de afspiegelingen als echt aannemen, terwijl deze nooit echt kunnen zijn.
De implicaties van deze beide concepten zijn tamelijk groot. Ik noem een beperkt aantal voorbeelden, maar er zijn er echt oneindig veel. Echter is dit niet iets meetbaars en al helemaal niet iets zwart-wits. Wat werkelijk is en wat niet is sowieso lastig te definiëren, puur omdat de werkelijkheid dat zelf ook is. Wat wel zeker is is dat met de intrede van de massa-media en de vooruitgang in welvaart we reeds zijn aanbeland in het vervagen van de grenzen tussen realiteit en simulatie. Dit is niet iets wat ineens zijn intrede gedaan heeft maar het is zeker wel iets dat accelereert en niet meer is om te keren tenzij we aanbelanden in een post-apocalyptische wereld en het hele zootje flink gereset wordt. Qua materiele welvaart zit het in West-Europa wel goed. Alles wat we hebben bovenop een vaste plaats om te wonen en genoeg eten is in zekere zin bonus en derhalve kapitalistische symboliek of statussymbolen. Dit varieert wel van semi-nodig tot totaal overbodig. Met andere woorden, nu we zeker zijn van onze basis behoeften belanden we in zaken die minder te doen hebben met de realiteit en meer met door mensen bedachte concepten. Het is niet zo dat deze concepten per definitie onecht zijn, maar het is wel zo dat alles als primaire eigenschap symboliek heeft.
Een conclusie is er niet echt. Wat ik vooral opmerk op persoonlijk vlak is dat de samenleving er denk ik niet beter op wordt. We raken steeds meer vervreemd van onszelf en anderen omdat we onze omgeving continu blijven veranderen terwijl we zelf niet snel genoeg aanpassen. Er is de constante drang naar hypes en genot. Dit is niet goed omdat genot een bijkomstigheid is en niet een doel. Wellicht dat dit allemaal doemdenkerij en zwartgallig geneuzel is, echter is het toch echt zo dat onze staat van leven mentaal ongezond is. Ik denk dat we er over vijftig jaar achter komen dat we flink de verkeerde weg in zijn geslagen.