Heer DOminator

Status
Niet open voor verdere reacties.

DeletedUser

Guest
Ik ben met een boek bezig, ik had nu in de vakantie wat tijd gehad om er wat van te maken, ik hoop dat jullie er wat van vinden ;)
Daar komt die dan (het is op het moment 12 word pagina's, de woorden met een* worden onderaan uitgelegd voor de mensen bij wie het niet duidelijk is. Het begin kan heel vaag zijn, maar verder in het verhaal wordt alles rustig uitgelegd zeg maar), veel leesplezier ;):

Heer DOminator

Met een zacht geluid ging de televisie aan:

“Er was een lang lang geleden een man, het was een moedige... oké rot maar op ik vertel het verhaal zoals ik het wil vertellen”, schreeuwde Wolvenslayer boos.
“Wolvenslayer kom maar achter die camera vandaan, ik doe het wel.”
“Ik zal jullie een verhaal vertellen over hoe ik op deze basis terecht kwam en wat ik zo'n beetje heb meegemaakt. Het lijkt net vorig jaar.”
“In zekere zin was het dan ook!”
“Jaja Wolvenslayer dat weet ik... wil je alsjeblieft weggaan? Dan kan ik mijn verhaal vertellen.
Nou ja ik wilde beginnen:

Het begon allemaal toen ik net 14 geworden was, ik liep zoals gewoonlijk dezelfde weg door een gang op mijn school toen ik naar zoals altijd naar de wc moest. Ik liep zoals elke dag naar de zelfde wc op dezelfde gang, en naar dezelfde pot, maar toen ik naar binnen liep was er iets anders...
En zo begon mijn reis... mijn reis naar het onbekende...


Een grijs verleden



Ik zag een vreemd iets op de muur hangen, het leek veel op een zwart gat. Ik liep er langzaam naartoe, en stak toen mijn hand erin. “Huh!”, ik schrok toen ik voelde dat ik er ingezogen werd en ik schreeuwde. Toen kwam ik met een harde klap op de grond,”Au!!” Ik probeerde daarna op te staan maar mijn rug deed teveel pijn.
Terwijl ik daar lag hoorde ik voetstappen:”boem boem boem!”
“Wie is daar!”, schreeuwde ik en ik probeerde weg te kruipen van het geluid.
“Boem boem boem!!”, steeds dichterbij kwamen de voetstappen, ik raakte volledig in paniek.
“WIE IS DAAR!!!”, schreeuwde ik weer, maar er kwam geen reactie.
Ineens stopte ze, er viel een stilte...
“Wie is daar!”, ik keek om me heen en probeerde de richting waarvan het geluid geklonken had te bepalen.
Maar het lukte me niet, opnieuw probeerde ik op te staan en deze keer lukte het ook. Ik keek om mij heen, en toen zag ik meerdere mensen, ik was omsingeld...
Vier man, met grote geweren stonden om mij heen, ze begonnen tegen elkaar te praten:”Sergeant wat nu? We mogen hem hier niet zomaar weg laten lopen, en hem ook niet neerschieten? Als Wolvenslayer er achter komt dat er iemand binnen gekomen is zitten we zwaar in de problemen”, de man leek in paniek.

Vele vragen vlogen door mijn hoofd, waar was ik? Wie waren die mannen? Wie was Wolvenslayer? Wat was dat zwarte gat? Ik snapte er niks meer van...
“Jongeman!”
“j...ja meneer?”, zei ik stotterend
“Jij komt van de bovenwereld nietwaar?”
“D... de bovenwereld?”
“De echte wereld?”
“Ehm... ik... ik denk het”, zei ik op een vragende toon.
“Daar was ik al bang voor, uit welk land kom je?”
“Nederland natuurlijk, je praat Nederlands dus...”, ik keek hem vreemd aan toen ik dit zei.
“Wij verstaan in jou woorden Engels, jij in onze dan Nederlands.”
“Pardon?”
De man pakte een klein apparaatje en liet het me zien:”Dit is een vertalingapparaatje, zeer handig nietwaar?”
“Ja... maar... hoe... hoe kan je zoiets maken? Ik snap het niet...”
“Dat is een lang verhaal, over een half uur komt er een dienstwissel, mijn soldaat zal je even naar mijn kamer brengen, daarna vertel ik je alles.”
Ik werd zoals gezegd door een soldaat naar een kamer geëscorteerd. De gangen leken eindeloos en de muren waren allemaal even grijs en slechtverlicht. Eindelijk na ruim een half uur gelopen te hebben leken we in de 'bewoonde wereld' te komen. Hier waren meerdere deuren (die net zo grijs waren als de gangen), we gingen de eerste in en de soldaat zei dat ik hier moest wachten. Toen ging hij weer weg, mij alleen latend.”

"Veel meer van die tijd kan ik me niet herinneren, het is lang geleden, maar afijn een half uur later kwam hij mijn kamer binnen en begon hij mij te vertellen wat ik moest weten..."

“Zoals beloofd gingen een uur later de deuren open en kwam de sergeant binnen. Het was man van een jaar of 30, hij had een klein sikje en asblond haar:”Nou daar ben ik weer, er is veel te vertellen en maar weinig tijd. Je moet weten dat er niet maar 1... hoe moet ik het noemen... dimensie is...
Jij speelt vast wel spelletjes en je kijkt waarschijnlijk kijkt tv?”, zei hij vragend.
“ja? Wat heeft dat met andere dimensies te maken?”
“Spelletjes zijn vaak niet zo fictie als je denkt weet je? Onze organisatie heeft nog wel is de neiging opgemerkt te worden, we kunnen dan delen van het geheugen wissen maar niet alles snap je? Soms zitten er spelmakers of filmmakers tussen. Als dit zo is denken ze ineens een idee te hebben voor een nieuw soort spel of film. Ook boeken leiden hier soms onder.”
“Dus jij wilt zeggen… sommige spellen, films en boeken zijn niet altijd zo verzonnen?”
“Nope…”
“Welke… welke dingen bedoel je dan?”
“Hoe het gebeurt is dat weten we niet, maar de meeste dimensies zijn samengegaan met deze, dit zijn onder andere:”, toen hij dit begon te vertellen, dacht ik vooral dat ik gek geworden was en dat dit allemaal verbeelding was, helaas was dit niet zo…”

“Het spel genaamd ogame, een intergalactisch spel over ruimteschepen ook het spel killzone is van de partij, heb je die twee ooit gespeelt?”
“N… nee sorry”
“Jammer, ik zou ze dan maar snel spelen, verder is er ook nog een spel vergelijkbaar met een wereld namelijk het spel Knights and Merchants…”
“DIE KEN IK! Dat spel speel ik ja!”
“Dat is zeer mooi… Verder hebben we nog de serie Stargate, er zijn nog anderen maar dit zijn de belangrijkste.



Mensen als *General Hammond en *Major Carter hebben nooit echt bestaan. Wel zijn er *goa’ulds en *jaffa’s, sommige zijn naar onze kant overgelopen. Verder is er nog één heel belangrijk gebied, de laatste die nog niet in deze dimensie zit is een boek, en een film namelijk De Lord of the Rings. Mensen als *Aragorn en *Boromir hebben ook echt geleefd, maar de oorlog was nog niet afgelopen na de vernietiging van de ring, hij was maar net begonnen…”


“”Ik zal je beginnen te vertellen over hoe onze trotse leider Wolvenslayer is geboren.
Het was een dag als alle andere, voor onze jonge heer die toen nog 13 was, hij was zoals elke dag onderweg naar school, maar deze dag werd een dag die hij nooit zal vergeten…

Hij ging net als jij naar de wc toen hij zich ineens licht in het hoofd voelde, vlak voordat alles zwart werd. Toen hij wakker werd was hij op een vreemde plek, hoe het er precies uitzag weet ik niet helemaal, ik geloof dat het er vooral erg mistig was. Hij stond op en keek om zich heen, voor zich lagen wat wapens; een lang prachtig zwaard, een scherp en sterk uitziende bijl, een rond blauw schild, als je Lotr…”
“Wat is Lotr?”
“Afkorting voor de Lord of the Rings ooit gezien?”
“Ja dat heb ik wel gezien ja. Het schild van Boromir toch?”
“Jazeker, waar was ik, owja verder was er nog een boog bij, met de prachtigste kerven erin die je ooit hebt gezien, de kerven van *de witte boom uit de stad *Minas Tirith, hij pakte de wapen op en deed ze om, hij keek nog is goed naar de wapens en zag dat op de andere wapens ook een tekentje stond van de witte boom… Hij wist dit overigens nog niet toen, hij zag wel dat het een boom was maar nog niet dat het deze speciale boom was. OW! Sorry ik vergeet nog wat, er was ook een klein mes bij.”

Het duizelde me volledig na al deze informatie in zo’n korte tijd, vooral aangezien het nogal warrig verteld werd, en ik vroeg aan hem of hij even wilde stoppen met vertellen zodat ik het me even kon laten bezinken. Hij vond het goed en vroeg of ik wat wilde eten, ik zei graag en dus ging hij de kamer uit. Ik ging op een bed liggen in de kamer, hoe die eruit zag dat weet ik niet meer. Hoe die lag weet ik ook niet meer, dat is te lang geleden.”
 

DeletedUser

Guest
“Owja DOminator? Volgens mij was het vorig jaar nog, toen was je tenslotte 14.”
“Ik ben 369 jaar ja!!!! Dus houd je klep Wolvenslayer! Het is mijn werk jou te irriteren niet andersom. Jij bent over de 3000 dus niet zo zeiken!”
“3148 om precies te zijn.”
“Lekker boeiend mag ik verder gaan!”
“Ga je gang. Maar het is wel mijn geschiedenis hé!”
“Ja Wolvenslayer dat weet ik niet zo zeiken vrind, ik vertel heus wel wat voor uitslover je vroeger was en je nu nog steeds bent.”
“IK BEN GEEN UITSLOVER!!!!”
“Wat jij wilt…”
“Heer Wolvenslayer! Vijanden in Groningen!”, zei een man die de kamer in rende.
“Ga maar snel Wolvenslayer, je moet koeien redden”, lachte DOminator.
“Lach maar!”, en Wolvenslayer rende de kamer uit.

“Zo we gaan weer verder:
Een tijdje later kwam hij terug de kamer in, het verhaal was een beetje doorgedrongen en nadat ik wat gegeten had ging hij weer verder.
“Wolvenslayer was nu bewapend en klaar voor het gevecht toen de mist ineens een stuk lichter werd, hij zag iets staan, een schaduw van een groot gevaarte. Hij liep ernaartoe, het bleek een enorm… paard te zijn. Opnieuw kwam hij voor een raadsel te staan, het beestje was versteend.
Wolvenslayer legde zijn hand erop toen hij ineens een knal hoorde, het steen viel van het beest af en hij stond daar in zijn volle witte pracht. Hij draaide zich om en keek naar Wolvenslayer, die van schrik op de grond was gevallen nog verbaasder was hij toen het beest zijn mond open deed om tegen hem te praten…”
“Oké wie heeft dit verzonnen? Davey? Bob? Wat voor zieke grap is dit? Ik weet dat ze me graag pesten maar dit is gewoon idioot. Ik ga naar huis.”
“Ik dacht het niet!”, en hij pakte zijn geweer weer op.
“Die is waarschijnlijk niet eens geladen!”
“BENG!”, een schot vlak langs mijn hoofd de muur in.
“Zei je wat jongeman?”
“N…Nee hoor.”
“Oké ik ga verder:
Het paard begon tegen hem te praten:”Ik kan je alles leren wat je weten moet, maar nu eerst hebben we werk te doen. Oorlog laait in deze landen spring op mijn rug en ik zal je leiden naar waar je nodig bent. Het slagveld”, Wolvenslayer was sprakeloos maar toch liep hij naar het paard en sprong achterop, en ze begonnen te rijden, te rijden naar de oorlog…

“Zeg ehm… paard, waar gaan we eigenlijk heen!?”
“We gaan naar *Osgilliath, er komt een enorm *wargleger aan!”
Weet je ook meteen hoe Wolvenslayer aan zijn naam komt, want wargs worden ook wel Wolven genoemd.”
“Osgilliath? Dat is toch van… De lord of the Rings?”
“Die naam komt mij niet bekend voor…””
“Wacht is even Sergeant, die Wolvenslayer is nu hoe oud?”
“Vijftien, hoezo?”
“Er zijn voor mij al meer geheugens gewist, maar als Wolvenslayer deze organisatie opgericht heeft… en hij weet er pas twee jaar vanaf, hoe kan er dan vijftig jaar geleden er al een verhaal over geschreven zijn?”
“Dat… dat is nog is een goede vraag!”, de man keek me verbaasd aan,”nog nooit iemand heeft zich dat afgevraagd… Maar ik heb gehoord dat Wolvenslayer niet de eerst ‘uitverkorene was’… maar dat weet ik niet. Laat ik maar gewoon doorgaan:

“Is dit *midden-aarde?”
“Ja.”
Daarna werd een tijd lang niks gezegd. Wolvenslayer zat stilletjes om zich heen te kijken, maar de mist bleef aanhouden:”Paard, waarom is er zoveel mist?”
“Dat is een lang verhaal, laten we maar zeggen dat dit magie is.”
Zoals je hoort Wolvenslayer kreeg niet veel antwoorden.
Ineens zag hij een licht schijnen, het was nog ver weg maar het was er wel. Het zou niet lang meer duren voordat ze uit de mist zouden rijden en een kijkje konden nemen in de wereld van Midden-Aarde…

Ik mag dan een Sergeant zijn maarja het is volgens mij nogal een saai verhaal dus we gaan verder naar Osgilliath, vele boeken zijn over deze gebeurtenis geschreven. Osgilliath werd trouwens herbouwd toen Wolvenslayer erheen reed, hoe zijn paard wist dat er een warg aanval zou komen is nog steeds onbekend zelfs voor hem.””


“Ik heb me hier natuurlijk al op voorberijd en in dit dikke boek staat er wat over ik citeer:

“Kijk uit!”, voor de zoveelste keer viel er een rotsblok naar beneden tijden de reparaties aan de muren. Osgilliath lag er sinds het einde van de oorlog verlaten bij, maar Gondor begon weer te groeien en dus werd het tijd om de boel te herbouwen. Het was nog maar een klein stukje muur aan de oostzijde voordat de stad weer volledig herbouwd zou zijn. De westzijde was zelfs alweer bewoond, vooral door de *dwergen die een tijdens de hulp aan de bouw ook een plek nodig hadden om te slapen. De dwergen zijn na de oorlog gegroeid in aantallen en nu is *Gondor een bondgenoot van de kleine maar dappere krijgers. *Moria werd tegenwoordig weer bevolkt door duizenden dwergen en ook daar werd nog steeds veel gerepareerd sinds de aardmannen eindelijk zijn uitgeroeid. Tenminste dat hopen ze…
Het is ook nog maar de vraag of werkelijk alle *orks gedood zijn, af en toe komen onze verkenners nog kleine groepen tegen van een stuk of 20 man. *Urak-hai, orks zelfs enkele *trollen en wargs lopen nog steeds rond. Laatst waren er nog 70 *aardmannen gevonden vlakbij *de kloof van *Rohan.
Ik ben de kapitein van het garnizoen en ik zal verslag doen van een van de grootste wonderen die ik ooit heb gezien…

De muur was weer helemaal herbouwd toen er een boodschapper van *Dol Amroth langskwam met een bericht over een soort mistkoepel. Het stond er al een week toen ze de man erop uitgestuurd hadden. Het was een verontrustend bericht maar ik kon er niks aan doen. Ik stuurde de man terug naar zijn stad, en liet nu ook wat van mijn garnizoen op de west muren de wacht houden. Dagen gingen voorbij zonder dat we iets merkten en nog meer van mijn soldaten gingen terug naar Minas Tirith. Ik had nog 36 man over in de daaropvolgende week zouden er nog 16 man gaan. Ook het dwergenleger werd kleiner, maar dit had andere redenen namelijk dat er in Moria weer Aardmannen opgemerkt waren, dus de soldaten waren nodig om de dreiging uit de wereld te helpen. Weer een paar dagen gingen voorbij en nu was de hoofdbrug eindelijk herbouwd en konden we weer gewoon lopend oversteken in plaats van over de rivier. Opnieuw gingen twee dagen voorbij, het garnizoen telde nog 22 Gondorianen en 13 dwergen toen gebeurde het, ik had eventjes pauze genomen en liep net weg van de muur toen ik geroepen werd:”Kapitein! Er komt iemand aan!”, ik snelde weer de muur op en tuurde in de verte…

“Open de poort! Het is een van onze verkenners!”, riep de kapitein naar de poortwachters
De poort kraakte toen die langzaam open ging en de ruiter reed snel naar binnen.
“Kapitein, er komt een leger aan!”, riep hij van benenden.
“Wat! Volg mij snel! Ik wil alles weten!” Hij holde de trap af, sprong op een paard en ze reden snel een paar straten door naar een klein gebouwtje. Daar stapten ze af en ze snelden naar binnen,”ga zitten.”
“Dank u”, en de man nam plaats.
“Oosterlingen?”
“Nee mijn heer… het zijn warg ruiters. Minimaal 50 stuks! E…”
“Is dat alles? Die kunnen we wel aan. We schieten ze zo neer vanaf de muren.”
“Ik was nog niet klaar dit is slechts hun voorhoede , daarachter komt een leger van zo’n 700 orks!”
“700?! Dat kunnen we niet aan!”, en hij sprong op van zijn stoel.
“Als u wilt kan ik naar Minas Tirith rijden om hulp te vragen?”
Nee, ik stuur iemand anders. Ik wil jou hier hebben als ze aankomen. Ik weet hoe goed je kan vechten”, met die woorden was het gesprek afgelopen en de kapitein ging terug naar de muur. Daar wachtte hij… daar wachtte hij op het begin van een grootse oorlog.

Zenuwslopende uren volgde… maar er kwam maar geen bericht van Minas Tirith en dus beval hij alle werklieden met het werk te stoppen en terug te trekken naar de grote stad. Hij zou blijven en proberen zo lang mogelijk stand te houden tegen de wargs en de orks, wachtend op de versterkingen.
Nog een paar uur gingen voorbij, toen zagen ze de eerste warg over een heuvel komen, daarachter volgde zijn leger, van de orks was nog niks te zien.
“Nou daar zijn ze dan, meester dwerg”, zei de kapitein tegen de leider van de dwergen.
“In al hun gore glorie nietwaar kapitein?”
“Zeker weten… BOOGSCHUTTERS! AANLEGGEN!!”
Het garnizoen ,nu nog bestaande uit 21 Gondorianen een verkenner en 13 dwergen, spande de bogen.
De kapitein trok zijn zwaard en hield hem omhoog,”Klaar om te schieten!”
Net toen die het bevel wilde geven hoorde hij iemand anders schreeuwen: “WACHT!”, riep een dwerg ineens,”kijk daar! Daar uit het noorden!”
De kapitein hoorde een pijl zoeven en zag een geschrokken soldaat staan.
“Hij zal wel geschrokken zijn en toen de pees tussen zijn vingers door laten schieten. Toen besloot die dat voor lief te nemen en naar het noorden te kijken.
Wat hij zag was ongelofelijk, hij kon zijn ogen niet geloven, een enorm leger te paard kwam aangereden. Eén van de soldaten droeg een prachtig banier van twee gekruiste zwaarden met een rode achtergrond. Zo’n banier had de kapitein nog nooit gezien.

Veel informatie is verloren gegaan voordat dit eenmaal is opgeschreven, de namen van de kapitein en de andere belangrijke mensen zijn al lang vergeten… Verder weten ze ook niet meer hoe de gesprekken precies verlopen zijn.”
 

DeletedUser

Guest
“We gaan verder met de reis van Wolvenslayer, dit vertelde de Sergeant mij:

“Het licht kwam steeds dichterbij… nog maar een paar stappen. Toen gebeurde het, ze renden het zonlicht in en Wolvenslayer deed zijn ogen dicht om niet verblind te worden.
Langzaam, heel langzaam deed hij zijn ogen open. Voor hem lagen uitgestrekte grasvelden, met in de verte hoge bergen. Hij keek om zich heen, ze bleken aan de voet van een ander gebergte te lopen, dit lag rechts van hen. Zijn paard snelde naar het gebergte in de verte. Ze leken wel te vliegen zo snel als ze gingen, Wolvenslayer voelde de wind in zijn haren. En dan die lucht, de lucht die hij inhaalde was zo helder. Hij wilde dat dit gevoel nooit zou eindigen. Ze reden nog een paar uur toen ze bij een bos aankwamen…””

Ineens werd het beeld zwart.
”Kostiaan, ben je klaar voor ons laatste gevecht?”
“Ja, ik ben er klaar voor, ik wil wel deze film nog afzien voordat … nou ja voordat we…”
“We hebben beide veel moeten opgeven, maar ik denk dat dit het grootste offer is wat ik moet geven.”
“Bij mij weet ik dat zo net nog niet… ik bedoel, ik ben getrouwd geweest dus… nee dat vond ik belangrijker. Helaas zal ik nooit met haar samen kunnen zijn.”
“Als je dood bent dan zal je haar weerzien.”
“Nee, zij zit in de hemel, ik ga naar de hel.”
“Naar de hel?! JIJ?! Nooit!”
“Ik heb honderdduizenden moorden op mijn geweten! Ik denk dat het maar goed is als ik in dit gevecht sterf. Als je het niet erg vind?”, Kostiaan draaide zich om en deed te televisie weer aan:

“Stap af”, zei het paard bevelend,” Pak je bijl.”
“Waarom?”, vroeg Wolvenslayer toen die van zijn paard afstapte.
“Je moet hout sprokkelen voor een kampvuur.”
“Hoe?”
“Loop maar naar die boom en begin te hakken op je gevoel. Ik weet zeker dat het je lukt”, zei het paard bemoedigend.
Wolvenslayer liep naar een boom die een paar meter van het bos vandaan stond, toen begon hij eropin te hakken. Toen hij omviel liep zijn paard naar hem toen:” goed werk, maak er nu mooie blokken van zodat ze in een kampvuur kunnen.”
“Wat? Een boom omhakken oké, maar in mooie blokken slaan?
“Gewoon op je gevoel slaan, sla zoals je denkt dat je moet slaan.
En dus begon hij opnieuw te slaan, hij had de hele stam van de boom gedaan toen het beest naar hem toeliep en zei dat die ondertussen wel genoeg houd gesprokkeld had.
Wolvenslayer keek naar zijn werk en schrok toen die zag hoe goed het eruit zag:”Heb ik dat gedaan!?”
“Ja, jij bent niet voor niks de uitverkorene.”
“Sorry?”
“Die wapens, ze bezitten magische krachten.”
“Ja vast”, zei Wolvenslayer lachend, maar toen hij naar zijn paard keek merkte hij dat het geen grapje was,” hoe… hoe kan ik dan …toveren?”
“Dat moet je zelf uitzoeken.”
Ineens viel Wolvenslayer wat op, het paard sprak maar zijn bek bewoog niet:”Hoe kan het dat u praat maar niet met uw bek beweegt.”
”De wapens zijn magisch, de drager ervan kan met zijn paard telekinetisch of hoe dat dan ook mag heten,” eindelijk iets wat hij niet weet, dacht Wolvenslayer toen hij dit zei,”communiceren. Vandaar dus dat wij elkaar kunnen verstaan. Dus je moet niet tegen mij praten als we onder de mensen zijn. Zij horen mij niet praten.”
“En ik begon het hier net redelijk leuk te vinden, begin jij weer met dit soort vreemde verhalen.”

Het paard besloot daar niks over te ‘zeggen’. Er viel een lange stilte. Wolvenslayer was gaan zitten en genoot weer van het zachte briesje en de heerlijke zuivere lucht, die nu vermengd was met een lekker ruikend bosgeurtje. Het was stil. Nergens hoorde je iets, alleen de wind die door de bomen woei. Het was een prachtige avond, er was geen wolkje aan de lucht en de sterren twinkelden boven Wolvenslayer’s hoofd. Het begon laat te worden toen hij het koud begon te krijgen. Dus hij liep naar het paard toe:”Kun je me leren hoe ik een vuurtje kan maken?”
“Doe wat je denkt…”
“Wat ik moet doen jaja… dat weten we nu wel”, zei Wolvenslayer geïrriteerd.
Dus opnieuw deed die alles op gevoel, hij pakte was gras, twee stokjes en wat van het gesprokkelde hout en na even zitten tobben met de twee stokjes tegen elkaar te wrijven, ontstond er een klein vuurtje. Hij wist tot zijn eigen verbazing ook precies hoe hard die moest blazen om het vuur groter te krijgen:”Waarom verbaas ik me eigenlijk nog, volgens mij is alles hier mogelijk”, mompelde hij tegen zichzelf toen hij zijn handen warmde aan het heette vuur.

Die avond was koud en aangezien hij geen deken had besloot Wolvenslayer tegen zijn paard aan te gaan liggen. Zo viel hij na een tijd piekeren over wat er allemaal gebeurt was in slaap.


Dit alles werd vertelt door de sergeant, ik moest daarna weer snel terug naar school, ik was door dit alles veel te laat gekomen. De man gaf me een klein zendertje mee waardoor we konden communiceren. Die dag vielen de laatste 3 lesuren uit, dus pakte ik mijn zendertje en vroeg hem waar ik heen moest. Hij zei me dat ik terug moest naar de wc’s dus ik haastte me erheen. Eenmaal daar zag ik een vreemd licht verschijnen, ik werd verblind en sloot mijn ogen, toen ik ze weer opende stond ik in de kamer van de Sergeant. Hij vroeg mij te gaan zitten en vervolgde zijn verhaal…”

Terug in de kamer waar DOminator naar deze film zit te kijken liep er een ork naar binnen.
“Generaal DOminator?”
“Dag generaal”, en hij draaide zich om.
“Ik kwam afscheid van je nemen, vanwege… nouja het laatste gevecht.
“Ja… het is een vreselijk nootlot.”
“Nouja… vaarwel.”
“Ik zie je wel in de hel nietwaar?”
“Ja daar zullen we elkaar weer treffen ja. In ieder geval lekker warm daar. Nouja ik ga weer, ik moet de troepen nog vertellen wat het plan is.”
“Ja dat is goed, en generaal?”
“Ja?”
“Tot op het slagveld hè.”
“Tot op het slagveld.”
“Bah… ik haat dit soort afscheid”, zei hij toen de ork zijn kamer had verlaten.
Nadat DOminator de band weer een stukje had teruggespoeld keek hij weer verder.

“Hij vroeg me te gaan zitten en vervolgde het verhaal:
“Helaas werd hij al vroeg wakker gemaakt de volgende ochtend. Zijn paard likte hem in zijn gezicht en zei daarna dat die zich op de reis moest voorbereiden. Na een half uurtje gingen ze weer op weg.
“Er is een klein dorpje in de buurt, ze wachten op je komst.”
“Waarom?”
“Zij zijn de legers van de laatste uitverkorene.”
Wolvenslayer haalde zijn schouders op en stapte sprong op zijn paard die vervolgens de bossen inreed. Het was een dicht bos en overal lag mos. Blijkbaar had het die nacht gevroren want het mos was nat en uit de bomen vielen ook waterdruppels. Waarschijnlijk was het zomer want de bomen hadden prachtige groene bladeren. Wolvenslayer keek om zich heen terwijl zijn paard zigzaggend tussen de bomen door holde.

Na ruim twee uur kwamen ze bij een open plek:”Het is nu niet ver mee”, zei het paard tegen Wolvenslayer. Na een tijdje zagen de twee reizigers een enorme muur staan, met op de poort en de hoeken van de muren prachtige banieren. Twee gekruiste zwaarden met een rode achtergrond. De muren waren minimaal een twee kilometer breed. En een enorme hoeveelheid soldaten keek naar de naderende ruiter.
“Hm… deze stond er nog niet toen ik hier voor het laatst kwam”, zei zijn paard toen ze de muren naderden.
Toen ze er bijna waren werden hoorde Wolvenslayer bogen gespannen worden. Hij keek boven zich:”Wie zijn jullie en wat doen jullie hier?”
“Ze kunnen mij niet verstaan, dus vertel ze maar dat jij de uitverkorenen bent.”
“Ik ben de uitverkorene! Ik ben hier om jullie te vragen met mij uit te rijden. Wargs rijden in de richting van Osgilliath. Ik beveel jullie mij te volgen.”
“Kalm aan Wolvenslayer”
“Bewijs ons dat u de uitverkorene bent!”
Wolvenslayer stapte van zijn paard en trok zijn boog. Hij kuste het en pakte daarna een pijl hij blies 3 keer tegen de pijl aan en vuurde hem af. Recht omhoog. De pijl explodeerde en een er verscheen iets. Twee rode gekruiste zwaarden. Hij keek naar de muur, en zag dat de poort werd geopend. Drie ruiters kamen naar buiten, ze hadden ijzeren rood geverfde pantsers met natuurlijk de twee gekruiste zwaarden erop gegraveerd.
“Volgt u mij maar mijn heer”, en zo gingen de 4 ruiters de stad in.
 

DeletedUser

Guest
Begrippen hoofdstuk 1:




*General Hammond: De leider over de Stargate, waar de hele serie om draait.

*Major Carter: Carter is een Majoor in het team waar de serie omdraait namelijk SG-1

*Gua’uld: Soort van slangen die proberen door te dringen in het lichaam van mensen en die persoon vervolgens over te nemen, ze doen alsof ze goden zijn (denk aan Ra en andere Egyptische goden).

*Jaffa: Volgelingen van de gua’ulds (ze denken dat het goden zijn).

*Aragorn: een van de hoofdpersonen in The Lord of the Rings, wordt uiteindelijk koning van Gondor

*Boromir: Zoon van de stadhouder van Minas Tirith, reist met Aragorn en anderen mee om de ring te vernietigen, sterft in het gevecht.

* Minas Tirith: na vernietiging van de eerdere hoofdstad, de nieuwe hoofdstad van Gondor

Beschrijving stad:

Een stad die in een berg is gebouwd, bestaat uit 7 lagen met elk een aparte poort, poorten zijn niet in het midden geplaatst maar elke keer aan de nadere kant (ene laag links volgende laag rechts) dit is om het moeilijker te maken voor vijanden om de bovenste laag te bereiken. Het wordt ook wel de Witte stad genoemd, omdat de stenen wit zijn. Verder heeft de stad ook vele verdedigingswerken. Het is de grootste stad van heel Midden-Aarde. Op de 7e verdieping staat verder de citadel (huis van de Koning en de stadhouder) en het waarschuwingsbaken om Rohan om hulp te vragen tijdens de oorlog.

De Witte boom van Minas Tirith: Symbool van Minas Tirith, staat op het stadsplein

*Osgilliath: Vroeger de hoofdstad van Gondor totdat deze verwoest werd. De muren van de stad lopen in een rondje met daarbinnen de huizen, verder loopt er een rivier door de stad heen.

*wargs: Soort van wolven

*Gondor: Enorm koninkrijk met vele grote steden.

*Moria: Enorm ondergronds rijk wat ooit gedolven door Dwergen, die zijn daarna verjaagd door een enorm monster waarna de aardmannen het overnamen.

*Orks: afzichtelijke wezens, de eerste orks waren gemartelde elven.

*Urak-Hai: Kruising van Aardmannen en Orks, kruising is verricht door een tovenaar.

*Aardmannen: kleine wezens met een groene huidskleur, houden niet van de zon. Leven altijd in grotten.

*Trollen: Enorme wezens die getemd zijn door de orks. Vaak dragen ze als wapen een enorme knots waarmee ze wel 10 man in een zwaai kunnen doden

*Rohan: Bondgenoot van Gondor, er wonen vooral boeren.

*Dwergen: Lijken op mensen maar dan een stuk kleiner en ze hebben altijd lange baarden, zelfs de vrouwen.

*De kloof van Rohan (en het gebergte eromheen): In heel Midden-Aarde loopt een gebergte, maar in het midden zit een kleine kloof die Rohan met het Oosten van het land verbind. Verder kunnen ze via die weg makkelijker bij Gondor komen aangezien het gebergte hun uit elkaar houd. Anders moeten ze helemaal naar de andere kant van Rohan gaan (het westen), want daar stopt het gebergte. Het gebergte loopt ongveer als een ‘L’ met vlak bij de hoek de kloof van Rohan.

*Dol Amroth: De derde grote stad van Gondor, ligt ver naar het zuidwesten van Minas Tirith en Osgilliath.






Sorry voor de vele berichten, maar het paste niet in één bericht.
 

DeletedUser

Guest
Ik heb maar 2 posts gelezen, maar daar kan ik genoeg uit opmaken.

Aangezien je duidelijk niet serieus genomen wilt worden (je jat overal en nergens dingen vandaan, vooral van LoTR) zal ik het kort proberen te houden.

Je verhaal te lang en te saai, je hebt absoluut geen talent en er zit geen inspanning achter je werk. Het lijkt erop alsof je maar lukraak iets op papier geklad hebt zonder vantevoren echt na te denken over een clue of een spannend plot.
Daarnaast beschrijf je echt bijna niets en is er enorm veel gepraat, waardoor dit meer op de script van een film lijkt dan een stuk proza.

Okee, over het verhaal zelf kan ik niet veel opmaken simpelweg omdat het nog niet af is (en ik niet alles gelezen heb) maar het is niet veel soeps, als ik dit zo ziet.

Je bedoeling is goed en ik kan de humor er soms wel van in zien, maar zoals gezegd is het meer een script dan een stuk proza.
Je hebt eigenlijk beeld en goede acteurs nodig om echt over de grappen te lachen, met alleen deze tekst kom je nergens. Het brengt absoluut niet de grappen goed over en zal hóóguit voor een kleine glimlach op iemands gezicht zorgen.
 

DeletedUser

Guest
geen talent, weetje, veel anderen zeggen hele andere dingen.
Het plot gestolen, de rassen en de steden wel ja. De mensen die erin voor zullen komen, de gevechten die gestreden zullen worden. Die zijn flink verschillend, het begin is inderdaad nogal onbegrijpelijk. Dat komt omdat dit verder in het verhaal allemaal rustig wordt uitgelegd. Als je pas zo'n klein stukje gelezen hebt kan je niet zeggen of het saai is. Een verhaal kan niet zomaar beginnen. Er moet eerst een opbouw zijn naar iets, wat dat iets is. Dat weet de hoofdpersoon zelf nog niet eens goed. Ik bedoel , de oorlog waar dit alles om gaat draaien is nog nouwelijks begonnen.
 

DeletedUser

Guest
Ik was misschien iets te hard in het begin, sorry.
Mijn grootste kritiekpunt is toch echt dat het teveel op een script lijkt.
Dit bedoelde ik ook met dat je geen talent had. Het is niet zozeer dat je niet goede verhalen kunt bedenken of humoristische situaties kunt schetsen, want dat kun je best. Het is alleen zo dat je echt nog hard moet werken aan het schrijven van de novelle zélf, het verhaal overbrengen van je hersenen naar het papier.
Als je voetstappen bijvoorbeeld omschrijft met “Boem boem boem!!” begin ik subliet te braken.

Je brengt ook de grappen nog niet goed over.
Bijvoorbeeld met het pratende paard, dat zou enorm grappig zijn als het in een film oid voorkwam, maar nu is het maar wat saai.

Dit is meer dan alles een komedie, daarom hecht ik niet teveel waarde aan het plot (zolang de grappen maar goed zijn)
 

DeletedUser

Guest
Ik was misschien iets te hard in het begin, sorry.
Mijn grootste kritiekpunt is toch echt dat het teveel op een script lijkt.
Dit bedoelde ik ook met dat je geen talent had. Het is niet zozeer dat je niet goede verhalen kunt bedenken of humoristische situaties kunt schetsen, want dat kun je best. Het is alleen zo dat je echt nog hard moet werken aan het schrijven van de novelle zélf, het verhaal overbrengen van je hersenen naar het papier.
Als je voetstappen bijvoorbeeld omschrijft met “Boem boem boem!!” begin ik subliet te braken.

Je brengt ook de grappen nog niet goed over.
Bijvoorbeeld met het pratende paard, dat zou enorm grappig zijn als het in een film oid voorkwam, maar nu is het maar wat saai.

Dit is meer dan alles een komedie, daarom hecht ik niet teveel waarde aan het plot (zolang de grappen maar goed zijn)



Ik ben het wel met je eens, ik had zelf ook wel door dat er nog wat beschrijvingen miste. Vooral van mensen. Maar dit is uiteindelijk pas een kladversie, later ga ik het nog helemaal doorlezen, en vage of niet kloppende stukken verbeteren. Maar dat pratende paard, dat was ook niet echt bedoeld als iets grappigs. Wolvenslayer en DOminator zitten gewoon altijd te ruziën samen...

Die voetstappen is een poging een lichte spanningsboog te vormen. Maar ik denk dat ik het dan iets meer zou moeten rekken voordat die oog in oog komt te staan met de soldaten.
 
Status
Niet open voor verdere reacties.
Bovenaan